biomarker bij depressie

Kort hersenonderzoek maakt passende behandeling van depressie mogelijk en vergroot snelle kans van slagen

Nijmegen, 6 september, 2019 – Een eenvoudig en kort EEG-onderzoek kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het voorschrijven van de juiste medicatie bij depressieve klachten, blijkt uit een nieuw onderzoek van Nikita van der Vinne en collega’s in het Journal of Affective Disorders.

Biomarkers als richtingaanwijzer bij behandeling
Doorgaans worden patiënten met depressieve klachten behandeld met antidepressiva zoals escitalopram, venlafaxine of sertraline. De behandelend psychiater maakt, bijvoorbeeld op basis van ervaring, de keuze met welk antidepressivum gestart wordt. Als er een meetbare indicator ofwel biomarker zou bestaan waarmee meer objectief voorspeld kan worden of een middel zal aanslaan of niet, zouden patiënten daar enorm veel baat bij kunnen hebben. Het zou er namelijk voor kunnen zorgen dat de eerste behandelpoging meteen aanslaat in plaats van pas een latere poging. Uit het onderzoek van Nikita van der Vinne blijkt dat zo’n marker bestaat.

Van der Vinne ontdekte, samen met wetenschappers van Onderzoeksinstituut Brainclinics, Universiteit Twente, en uit de VS (Kansas en New York), lichte afwijkingen in de EEG’s van een kleine groep depressieve patiënten. Wanneer deze lichte afwijkingen na behandeling niet meer gemeten werden, bleken deze patiënten 5 keer vaker gunstig te hebben gereageerd op behandeling met sertraline dan op behandeling met escitalopram of venlafaxine. Dit suggereert dat deze specifieke subgroep van depressieve patiënten wellicht de grootste kans van slagen van behandeling heeft wanneer sertraline voorgeschreven wordt.

Het gebruiken van een EEG als biomarker brengt precisiegeneeskunde dichterbij
Martijn Arns van Brainclinics: “In de psychiatrie wordt met name gekeken naar gedrag om vervolgens een ‘biologische’ behandeling zoals medicatie toe te passen, terwijl het eigenlijk logischer zou zijn om eerst naar het functioneren van de hersenen te kijken, net zoals cardiologen al jaren hartfilmpjes maken alvorens tot behandeling over te gaan.”

De uitkomst van Van der Vinnes onderzoek is een belangrijke stap in de richting van gestratificeerde geneeskunde, waarbij behandelkeuze geïnformeerd wordt door specifieke kenmerken van subgroepen uit de te behandelende populatie, “…omdat we nu een subgroep kunnen identificeren binnen het totaal van alle patiënten met depressieve klachten kunnen we die nu gerichter gaan behandelen, hetgeen leidt tot een snellere positieve uitkomst bij deze patiën-ten.” aldus Van der Vinne. Zij en haar collega’s onderzoeken ook andere biomarkers om zo gerichte behandelkeuzes te kunnen maken voor meerdere subgroepen van depressieve patiënten.

Nikita van der Vinne is momenteel werkzaam als neuropsycholoog-onderzoeker bij Synaeda Psycho Medisch Centrum in Leeuwarden, waar ze in samenwerking met Onderzoeksinstituut Brainclinics de nieuwste kennis op het gebied van gestratificeerde behandeling van depressie implementeert in de praktijk, als onderdeel van haar promotieonderzoek aan de Universiteit Twente.

Referenties:

van der Vinne, N., Vollebregt, M.A., Boutros, N.N., Fallahpour, K., van Putten, M.J.A.M., Arns, M. (2019). Normalization of EEG in depression after antidepressant treatment with sertraline? A preliminary report. Journal of Affective Disorders, 259 (2019) 67-72. doi:10.1016/j.jad.2019.08.016

Arns, M., Gordon, E., & Boutros, N.N. (2017). EEG abnormalities are associated with poorer depressive symptom outcomes with escitalopram and venlafaxine-XR, but not sertraline: Results from the multicenter randomized iSPOT-D study. Clinical EEG and Neuroscience, 48(1), 33-40. doi:10.1177/1550059415621435